Duurzaamheidsexpert en PROW activist Sanne Beckers: “Duurzaamheid moet je gewoon doen”
Project_Duurzame Isolatie0200-MR

PROW activist Sanne Beckers is duurzaamheidsexpert bij Nico de Bont. Ze begon haar loopbaan als trainee en had toen al een bijzondere wens: in plaats van een elektrische leaseauto wilde ze een OV-kaart. Hoewel dit wat voeten in de aarde had, slaagde Sanne erin haar wens te realiseren. Van huis uit leerde ze om nooit achter de meute aan te lopen en dat komt duidelijk naar voren in haar motto: ‘duurzaamheid moet je gewoon doen’. En dit hoeft niet altijd groots te zijn. Sanne gelooft dat ook kleine veranderingen een positief verschil kunnen maken. En ze benadrukt ook hoe belangrijk het is om steeds die ene kritische vraag te blijven stellen.

De functie van Sanne is tweeledig; enerzijds is zij verantwoordelijk voor de planontwikkeling en anderzijds voor de verduurzaming binnen Nico de Bont. Tijdens haar studie Architectuur volgde zij twee richtingen, namelijk duurzaamheid en erfgoed. Sanne zegt hierover: “Duurzaamheid betrof eigenlijk alleen maar nieuwbouw, maar ik had altijd al interesse in beide werelden. Toen ik hier bij Nico de Bont de kans kreeg om deze twee passies te combineren, werd ik laaiend enthousiast. Wat ik vooral zo prachtig vind aan monumenten is de geschiedenis die ze met zich meedragen en het belang om die te behouden en door te geven. Daarom is duurzaamheid voor mij ook van groot belang. Monumenten hebben namelijk geen bestaansrecht als ze niet duurzaam zijn. Als een monument bijvoorbeeld niet geïsoleerd is, wordt het ook niet levensvatbaar. Mensen willen er dan niet meer wonen en komt het pand leeg te staan.”

Het geweten van de organisatie
“Om voor verandering te zorgen moeten we ook kritische vragen stellen, dat vind ik ontzettend belangrijk. Mijn collega noemt mij wel eens gekscherend ‘het geweten’. Ik probeer illusies te doorprikken en vraag me af of iets echt duurzaam is. Waarom wordt het als duurzaam beschouwd en hoe zit dat dan precies? Door de vraag lang genoeg te blijven stellen, kom je vaak tot waardevolle inzichten, en deze inzichten vormen het begin van verandering.

Frisse blik van jonge mensen
In onze organisatie gebeurt het stellen van kritische vragen naar mijn idee nog te weinig. Hoewel ik deze uitspraak cliché vind, klopt het wel dat ‘geen sector traditioneler is dan de bouw’. Wanneer ik een kritische vraag stel, krijg ik vaak als antwoord: “Zo doen we het al jaren.” Dat is eigenlijk een vreemd antwoord, want het is niet relevant of we iets al jaren op een bepaalde manier doen. Het zou juist een extra reden moeten zijn om te onderzoeken of het anders kan. Ik denk dat meer jonge mensen in de organisatie voor verandering kunnen zorgen. Met hun frisse blik stellen zij vaak vragen die anderen niet stellen en dat kan zeer waardevol zijn.

Stelling innemen
Soms lig ik er wakker van als er beslissingen worden genomen die minder duurzaam zijn. Ik denk dat we als TBI meer stelling mogen innemen, bijvoorbeeld door te zeggen: “we stoppen met steenwol”, aangezien dit een van de grootste ammoniak uitstoters (en daarmee ook stikstof) is. Vreemd om als bouwbedrijf toe te passen, als stikstof ons nu zoveel uitdagingen geeft. En al helemaal terwijl er voldoende alternatieven beschikbaar zijn, die ook nog een stuk prettiger zijn voor onze werknemers. Hoewel we niet meteen op TBI-niveau hoeven te beginnen, kunnen wij bij Nico de Bont wel de keuze maken om die richting op te gaan. Bij Nico de Bont wordt bio-based isolatie dan ook onze nieuwe standaard.

Betrekken en goed werkgeverschap
Naar mijn idee zou TBI nog beter moeten luisteren naar de mensen buiten en hen meer betrekken bij duurzaamheid. Ik herhaal dit vaak, maar het lijkt soms te worden vergeten en in praktijk is het ook niet makkelijk, ook bij PROW. Het is van belang om te begrijpen wat onze collega’s belangrijk vinden als het gaat om duurzaamheid en hen in dit proces mee te nemen. Er zijn namelijk ideeën genoeg. Neem bijvoorbeeld de positieve geluiden van bouwmedewerkers over elektrisch materieel omdat het naast duurzaam ook gewoon prettiger is in gebruik. Geen geluid en dampen van aggregaten of ander materieel. Het tonen van beter werkgeverschap lijkt mij ook belangrijk voor TBI. Of het enthousiasme als ik ze verteld over ons nieuwe initiatief “Van Land tot Pand”. Waarbij lokale boeren onze bouwmaterialen groeien. Collega’s willen graag mee op pad om te zien waar onze bouwmaterialen groeien en hoe deze verwerkt worden.

Kleine acties
Op eigen projecten geven we het goede voorbeeld. Toen een timmerman bijvoorbeeld bloembakken wilde bouwen, zei ik: ‘Ja, doen! Laten we vergroenen!’ Vervolgens kunnen we dit weer laten zien aan andere projecten. Vaak zijn het ook geen grote kosten; je moet gewoon een beetje creatief zijn. Zo zat er bijvoorbeeld geen deurdranger op een bouwkeet. Toen ik zag dat de deur openbleef en de warmte naar buiten ontsnapte, zei ik: ‘Jongens, dit is zonde van de verwarming.’ Ze waren het met me eens en we hebben meteen een deurdranger gehaald. Met zulke kleine acties gebeurt het, die werken heel positief.

Ieder succesje is er één
Ook al is het nu nog niet structureel, ieder succesje is er een. Ik word altijd heel blij van de successen die we boeken en we hebben er al een heleboel bereikt. Van de vijf dingen die je probeert, lukt er misschien maar één, maar dat is al een positieve stap vooruit. Gewoon blijven doen en volhouden, dat is wat ik merk. Dat ik zo positief ben is ook omdat ik er echt in geloof, omdat het niet anders kan. Hoewel dingen echt duurzaam nog niet standaard in het DNA van TBI zit, zijn we daarin wel gegroeid, vooral door de juiste vragen te stellen en daarop in te zetten.

Energie van onderop
Wat ik anderen graag wil meegeven, is dat energie vooral van onderop moet komen. Stel die vraag, wees kritisch en ga gewoon aan de slag. De rest zal dan vanzelf volgen. Projecten zijn geen proefkonijnen, dus pak het wel gedegen aan, maar ik denk vooral dat we de durf moeten hebben om die ene vraag te stellen: Waarom doen we dit nog? En laten we niet zomaar genoegen nemen met simpele antwoorden zoals “het is te duur” of “we doen het altijd al zo”. Dat roepen mensen vaak, maar zonder echt te kijken naar wat er mogelijk is.”